In gesprek met de raad van toezicht
CIPO gebruikt bij de uitvoering van haar taken verschillende instrumenten, waaronder dossieronderzoek, schriftelijke enquêtes en het voeren van gesprekken. In 2016-2017 zijn, door externe mediadeskundigen, interviews afgenomen met leden van de omroepdirecties en met hoofdredacteuren. In het verlengde daarvan zijn toen ook de redactiestatuten vergeleken. In de periode september 2018 tot maart 2019 heeft de commissie zelf gesproken met alle raden van toezicht van de landelijke publieke media-instellingen en van de NPO.
De raad van toezicht vormt de ‘eerste schil’ rond de directie en staat het dichtst bij de desbetreffende omroep. Naast de eigen RvT is er het horizontale toezicht door CIPO en het verticale toezicht door het Commissariaat voor de Media. Het werk van de RvT is de laatste jaren veranderd. Van interne toezichthouders wordt steeds meer gevraagd, zowel wat betreft achtergrond als inzet. Naast intensiever toezicht op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken bij de media-instelling, is het adviseren van het bestuur belangrijker geworden.
CIPO heeft in elk van de gevoerde twaalf gesprekken in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde gesteld:
– de relatie van de omroeporganisatie met de commissie,
– de vraag hoe de RvT met de Governancecode 2018 omgaat, en
– de vraag of CIPO kan helpen bij de implementatie en uitvoering van de code.
Daarnaast zijn per omroeporganisatie specifieke zaken besproken, onder andere naar aanleiding van de daartoe onderzochte jaarverslagen van de betrokken omroep. Waar nodig sprak CIPO een RvT aan op bijvoorbeeld de zittingstermijnen. In alle gevallen met een bevredigende afloop. Verder kwamen aan de orde de toegenomen druk (bemoeienis vanuit politiek en toezicht) en, vooral bij de aspirant-omroepen, zorgen om het eigen voortbestaan in het licht van de nieuwe concessieperiode.