1.1

Het bestuur stimuleert gedrag dat bijdraagt aan de onafhankelijkheid en integriteit van de mediaorganisatie en op het duurzaam kunnen vervullen van de publieke mediaopdracht overeenkomstig de toepasselijke wet- en regelgeving. Het bestuur doet dit mede door het tonen van voorbeeldgedrag. (Zie ook 6.3: Leiderschap en voorbeeldgedrag.)

Bij het creëren van de gewenste cultuur en het stimuleren van daarbij passend gedrag, worden in ieder geval betrokken:

  1. de omgeving waarin de mediaorganisatie opereert;
  2. deze Governancecode;
  3. de strategie voor uitvoering van de wettelijke taakopdracht en het daarbij passende bedrijfsmodel;
  4. de bestaande cultuur binnen de mediaorganisatie en of het gewenst is daarin wijzigingen aan te brengen.