A.3Melden aan CIPO

A.3.2

De medewerker kan het vermoeden van een misstand bij CIPO melden als:

  1. hij het niet eens is met het standpunt als bedoeld in artikel A.2.7; of
  2. hij geen standpunt heeft ontvangen binnen de vereiste termijn als bedoeld in artikel A.2.7 en A.2.8; of
  3. de termijn als bedoeld in artikel A.2.8, gelet op de omstandigheden, onredelijk lang is en de medewerker hiertegen bezwaar heeft gemaakt bij de hoogst verantwoordelijke;

En ook als er sprake is van:

  1. acuut gevaar waarbij een zwaarwegend en spoedeisend maatschappelijk belang onmiddellijke melding buiten de mediaorganisatie noodzakelijk maakt; of
  2. een situatie waarin de medewerker in redelijkheid kan vrezen voor tegenmaatregelen als gevolg van een interne melding; of
  3. een duidelijke dreiging van verduistering of vernietiging van bewijsmateriaal; of
  4. een eerdere interne melding conform de procedure van in wezen dezelfde misstand, die de misstand niet heeft weggenomen; of
  5. een situatie waarin naar het redelijk oordeel van de medewerker het maatschappelijk belang zwaarder weegt dan het belang van de werkgever bij geheimhouding en CIPO naar zijn redelijk oordeel in staat mag worden geacht direct of indirect de vermoede misstand te kunnen opheffen of doen opheffen.