A.2.6
De hoogst verantwoordelijke beoordeelt of CIPO (zie Regeling B), op de hoogte moet worden gebracht van de interne melding van een vermoeden van een misstand, tenzij redelijkerwijs moet worden aangenomen dat sprake is van een vermoeden van een misstand die redelijkerwijs het gemeenschappelijk belang van de landelijke publieke omroepen raakt of zou kunnen raken. In dat geval informeert de vertrouwenspersoon of de hoogst verantwoordelijke zowel CIPO als de raad van bestuur van de NPO. CIPO en de raad van bestuur treden in overleg over de behandeling van de melding.