B.8(Voor)onderzoek n.a.v. een melding

B.8.7

Een redelijke termijn is verstreken indien:

  1. vanaf het moment van de interne melding binnen een periode van acht weken niet een standpunt van de hoogst verantwoordelijke aan betrokkene die een vermoeden van een misstand heeft vermeld, is uitgereikt, tenzij door de hoogst verantwoordelijke aan betrokkene wordt medegedeeld dat hij niet binnen een periode van acht weken een standpunt van de hoogst verantwoordelijke kan verwachten;
  2. door de hoogst verantwoordelijke geen termijn is gesteld, zoals bedoeld in artikel A.2.8 van Regeling A;
  3. de door de hoogst verantwoordelijke gestelde termijn, bedoeld in artikel A.2.8 van Regeling A, is verstreken zonder dat een standpunt van de hoogst verantwoordelijke aan betrokkene is meegedeeld; of
  4. de door de hoogst verantwoordelijke gestelde termijn, bedoeld in artikel A.2.8 van Regeling A, gelet op alle omstandigheden niet redelijk is.