Redactiestatuten geanalyseerd

In 2016/2017 deden drs. Fred Bakker en prof. dr. Jo Bardoel in opdracht van CIPO onderzoek naar de beleving en naleving van codebepalingen over onafhankelijkheid bij de landelijke publieke omroep. In dat kader voerden ze gesprekken met bestuurders en hoofdredacteuren aan de hand van open vragen over onder meer organisatiecultuur en -structuur.

Als uitvloeisel van het onderzoek is door prof. dr. Jo Bardoel op verzoek van CIPO de inhoud van de conform art. 2.88 van de Mediawet opgestelde redactiestatuten van de landelijke publieke media-instellingen in kaart gebracht.

De omvang en diepgang van deze statuten blijken onderling sterk de verschillen. Vooral bij organisaties met een sterke journalistieke traditie is het een instrument om de identiteit van het medium en de inspraak van de journalist te waarborgen, terwijl het bij andere organisaties eerder dient om de rechten en plichten van de medewerkers en de belangen van de organisatie vast te leggen. Organisaties met een sterke journalistieke traditie hebben bovendien inspraakorganen als redactieraden en redactiecommissies. Bij aanpassing van de redactiestatuten is een zekere trend waarneembaar: weg van het eerste ‘makermodel’, meer richting het tweede ‘managementmodel’ .

Gelet op veranderingen in wet- en regelgeving, bestuurlijke structuur (fusies, samenwerking, governancestructuur) en relevante technologie (internet en sociale media) lijkt actualisering van redactiestatuten in veel gevallen geboden.

De bekeken redactiestatuten hebben doorgaans betrekking op journalistieke programma’s in de klassieke zin: nieuws- en actualiteitenprogramma’s. Meer hybride, maar op de actualiteit geënte programmasoorten, zoals nieuws- en talkshows (DWDD, Lubach), worden niet genoemd. De vraag is aan de orde of deze strikte definitie van journalistiek nog wel adequaat is, gelet ook op het veranderend mediagebruik van vooral jongere generaties.

Redactiestatuten landelijke publieke omroep. Een inventarisatie. J. Bardoel

Rapport over onafhankelijkheid

In opdracht van CIPO hebben drs. Fred Bakker en prof. dr. Jo Bardoel onderzoek gedaan naar de beleving en naleving van onafhankelijkheid bij de landelijke publieke omroep. Ze voerden gesprekken met bestuurders en hoofdredacteuren aan de hand van open vragen over onder meer organisatiecultuur en -structuur. Ook zijn vragen gesteld over inhoud en toepassing van de Gedragscode 2012 met het oog op de herziening daarvan. Per omroep zijn bovendien specifieke vragen gesteld.

Het rapport, Een kwestie van cultuur, bevat waardevolle analyses van de wijze waarop omroepen zich inspannen hun positie en onafhankelijkheid vorm te geven. In dit verband noemen omroepen niet vooral commerciële belangen als bedreiging van hun onafhankelijkheid, maar de overheid, en in het verlengde daarvan soms ook de NPO. De relaties met buitenproducenten worden nogal eens als onvoldoende duidelijk betiteld. Verharding en verzakelijking van het maatschappelijk debat doen een onderhandelingscultuur en ‘onderhandelingsjournalistiek’ ontstaan. Belangeloos medewerking verlenen aan programma’s is niet meer vanzelfsprekend. Door de opkomst van internationale communicatiebedrijven rukken robots en algoritmen op ten koste van redactionele keuzes. Tussen omroeporganisaties bestaan grote verschillen waar het gaat om de scheiding van inhoudelijke en zakelijke verantwoordelijkheden, het functioneren van de raden van toezicht en de inhoud en reikwijdte van de redactiestatuten.

Waar nodig zal CIPO conclusies en aanbevelingen betrekken bij haar inspanningen om bestuur, toezicht en andere aspecten van integriteit bij de publieke omroep te verbeteren.

Een kwestie van cultuur. F. Bakker en J. Bardoel

Verantwoording RvT’s media-instellingen verbeterd

De Gedragscode goed bestuur en integriteit publieke omroep 2012 bevat een aantal bepalingen over de openbare verantwoording door de raden van toezicht van de landelijke publieke media-instellingen en de NPO.

Periodiek onderzoekt CIPO of de verantwoording conform de code is. Voor dit rapport hebben we de jaarverslagen en jaarrekeningen 2015 en de websites geraadpleegd. Ter vergelijking worden de resultaten van de eerdere metingen gepresenteerd.

Verantwoording intern toezicht landelijke publieke omroep 2015

Jaarverslag 2014

Na de ingrijpende hervormingen van het bestel in 2013, waarbij onder meer de drie fusie- en samenwerkingsomroepen tot stand kwamen, heeft CIPO in 2014 op de negen aanvragers van een (voorlopige) erkenning voor de periode 2016-2020 een governancetoets uitgevoerd.

Daarbij hadden we bijzondere aandacht voor de benoemingsprocedures voor de raden van toezicht. We schetsen onze werkwijze bij deze toetsen en hebben de resultaten voor u samengevat. Ook van onze andere activiteiten doen we natuurlijk verslag.

het verslag als PDF

Governancetoets aanvragers erkenningsperiode 2016-2020

Op verzoek van de raad van bestuur van de NPO heeft CIPO een governancetoets uitgevoerd op de negen organisaties die voor de periode 2016-2020 een aanvraag hebben ingediend voor:

  • een erkenning: de fusie- of samenwerkingsomroepen KRO-NCRV, BNN-VARA, AVROTROS, alsmede EO, VPRO en Omroep MAX; of
  • een nieuwe voorlopige erkenning: PowNed en WNL; of
  • een voorlopige erkenning: Vereniging Investeer in Human.

In het kader van de toets heeft CIPO onderzocht of:

  • statutair wordt voldaan aan het vereiste van een heldere scheiding tussen bestuur en toezicht;
  • reeds bestaande zittingsduur van interne toezichthouders een (potentieel) risico vormen voor de kwaliteit van bestuur en toezicht;
  • nevenfuncties van de bestuurders en toezichthouders in ieder geval via de website van de instelling openbaar zijn;
  • de statuten in het licht van de Gedragscode goed bestuur en integriteit publieke omroep 2012 (andere) bijzonderheden bevatten.

Onze bevindingen zijn door de NPO gevoegd bij haar advies aan de staatssecretaris van OCW over de aanvragen.

Samenvatting resultaten governancetoets

Verantwoording intern toezicht verenigingen en taakomroepen over 2012

Voor het goed functioneren van en het vertrouwen in een media-instelling is het van belang dat het interne toezicht laat zien dat het er is en vooral hoe het zijn taken verricht.

In artikel 1.4.2 van de Gedragscode goed bestuur en integriteit publieke omroep is bepaald dat iedere media-instelling de interne toezichthoudende taak belegt bij een afzonderlijk toezichthoudend orgaan (‘raad van toezicht’ in een ‘two tier board’) of bij het besturend orgaan (‘toezichthoudende bestuurders’ in een ‘one tier board’).

Voor het onderzoek heeft CIPO de jaarverslagen 2012 en de jaarrekeningen 2012 van de verenigingen en de taakomroepen (NTR en NOS) bestudeerd. Daarnaast is op de websites van de omroepen gezocht naar verantwoording door en informatie over het interne toezicht.

Verantwoording intern toezicht verenigingen en taakomroepen over 2012

Jaarverslag 2013

CIPO nam opnieuw de verantwoording door raden van toezicht onder de loep. Deze keer bij de omroepverenigingen en taakomroepen. Verantwoording is een van de graadmeters voor het functioneren van intern toezicht. In vergelijking met 2012 is een lichte verbetering zichtbaar. Dit en veel meer in het verslag van onze werkzaamheden in het afgelopen jaar.

het verslag als PDF

Jaarverslag 2012

Met onder meer: veel aandacht voor de kwaliteit van intern toezicht bij de omroepen. En natuurlijk de omroepfusies.

het verslag als PDF