Artikel 1.6 van Richtlijn 2 stelt dat ‘een accountant voor ten hoogste vijf jaren achtereen verbonden is … als degene die de jaarstukken opmaakt.
Van verschillende kanten is gewezen op de meerwaarde die een langere verbintenis met een accountant zou hebben. De kosten die het inwerken van een nieuwe accountant met zich meebrengen zouden niet opwegen tegen de voordelen. Ook lijkt er onduidelijkheid te bestaan over de vraag of een ‘nieuwe accountant’ een medewerker van het huidige kantoor kan zijn of een compleet nieuwe leverancier moet zijn.
Artikel 1.6 van Richtlijn 2 bepaalt dat elke vijf jaar van accountant gewisseld moet worden. De ratio van deze bepaling ligt in preventie van een te grote verwevenheid van de accountant met de omroeporganisatie. Daarnaast voorkomt de wisseling dat de controle een routine wordt voor de accountant. De bepaling is op verzoek van CIPO door het NIVRA vergeleken met andere codes. Hieruit is gebleken dat er enkele codes zijn waarin de accountant na een termijn van vier jaar na een grondige evaluatie herbenoemd kan worden. De Governance Code Woningcorporaties 2006 hanteert een termijn van vier jaar waarna van accountant gewisseld moet worden. Het NIVRA doet aan haar leden de aanbeveling een termijn van 7 jaren als maximale termijn aan te houden.
CIPO acht de termijn van vijf jaar een redelijke termijn. Na deze periode dient de controlerend accountant gewisseld te worden. Dit kan een andere accountant binnen hetzelfde kantoor zijn, mits het kantoor waarborgt dat een nieuw team medewerkers wordt ingezet bij controle van de stukken. Ruim voor het aflopen van de vijfjaarstermijn dient dit vereiste schriftelijk bekend te zijn gemaakt aan het kantoor door de omroeporganisatie.