Sponsoring door de overheid

CIPO heeft een aantal aanbevelingen gedaan om de redactionele onafhankelijkheid van de omroepen te borgen.

In opdracht van de minister van OCW en de minister-president heeft het Commissariaat voor de Media onderzocht of de ministeries zich in 2006-2007 hebben gehouden aan de “Aanwijzingen inzake coproducties en andere omroepprogramma’s” van de minister-president (de Aanwijzingen). Dit heeft geleid tot de rapportage “Mede mogelijk gemaakt door de overheid” over coproducties door rijksoverheid van augustus 2008. Uit deze rapportage blijkt dat de ministeries met enige regelmaat de Aanwijzingen niet hebben gevolgd. Voordat de resultaten van het onderzoek door het Commissariaat bekend waren heeft de minister-president de Aanwijzingen ingetrokken en is de rijksoverheid gehouden niet langer programma´s van omroepinstellingen mee te financieren. De minister-president gaf onder meer als reden voor intrekking van de Aanwijzingen dat coproducties zouden leiden tot aantasting van de onafhankelijkheid van de omroepen of tot ongewenste overheidsbeïnvloeding.

Producties van omroepen kunnen echter heel goed aansluiten bij bestaand beleid van overheidsinstellingen zonder dat de overheid-cofinancier actief invloed heeft op de inhoud van programma´s. Voorkoming van aantasting van de onafhankelijkheid is tot 2009 door de omroepen daarom geregeld in de eigen gedragscode. In de gedragscode is een richtlijn opgenomen die cofinanciering door overheid en ideële instellingen van programma´s van landelijke publieke mediainstellingen regelt. Transparantie en redactionele onafhankelijkheid vormen de kern van deze richtlijn. Deze kant van de cofinanciering wordt met dit onderzoek door CIPO belicht.

De kern van richtlijn 4 is transparantie, redactionele onafhankelijkheid en de eindverantwoordelijkheid van de omroep voor de vorm en inhoud van het programma. Vrijwel alle omroepen zeggen de redactionele onafhankelijkheid en eindverantwoordelijkheid belangrijk te vinden. In de praktijk zou hier ook niet aan getornd worden.

Schriftelijk zouden de co-financieringsovereenkomsten echter beter moeten worden aangepast aan de richtlijn, om zo de door ieder voorgestane onafhankelijke positie van de publieke omroepen te waarborgen.

Per 1 januari 2009 is cofinanciering door overheidsinstellingen en ideële instellingen gebonden aan de bepalingen in de Mediawet. Dit houdt onder meer in dat gebruik van een schriftelijk contract bij sponsoring een wettelijke verplichting is. Verder zal de raad van bestuur van de NPO de sponsorovereenkomsten toetsen op (strijd met) het gemeenschappelijk belang van de landelijke publieke mediadienst.

CIPO doet de volgende aanbevelingen in lijn met de bepalingen in richtlijn 4:

  1. In alle gevallen van cofinanciering door overheidsinstellingen en ideële sponsors moet met een schriftelijke overeenkomst worden gewerkt; en
  2. De bestaande overeenkomsten moeten worden aangepast aan de bepalingen in richtlijn 4 van de gedragscode Richtlijnen en regelingen goed bestuur en integriteit; en
  3. Schriftelijke co-financieringsovereenkomsten van buitenproducenten met overheidsinstellingen en ideële sponsors moeten voldoen aan de bepalingen in de richtlijn.

Redactionele onafhankelijkheid bij sponsoring